zondag 9 mei 2010

Zaterdag 8 mei 2010

Kom voor een weekendje weg niet naar Dej. Ga naar Rome, naar Barcelona, overweeg Parijs, maar ga niet naar Dej. Dej heeft niets wat Barcelona of Rome wel hebben.

Bovendien: in Dej is het niet helemaal pluis. Er lopen net iets teveel minder pluize types door de straten. De stad is somber en grauw.

Het meest illustratief voor bovenstaande is het staatshotel van Dej. Dat torent ver boven het dorp uit. In dat hotel verblijf ik nu.

Aanvankelijk, toen ik het een paar uren geleden passeerde, wist ik niet dat het een hotel was. Ik dacht aan een zwaar vervallen, op instorten staand gebouw (en dat is waarschijnlijk ook zo). Echter, ik fietste er langs want mijn camping, gelegen in het dorpje Girbov, lag drie kilometer verderop. Althans volgens mijn routeboek. Maar het dorpje had een ADV-dag genomen en was in geen velden of wegen te bekennen. Ook de camping moet er het zijne van hebben gedacht en heeft waarschijnlijk de kuierlatten genomen.

Daarom ben ik teruggereden naar Dej. En daar zag ik dat op het vervallen gebouw de letters: HOTEL sierden. Tot mijn stomme verbazing stond de voordeur van het hotel open en was er daadwerkelijk iemand bij de receptie. Met stomheid geslagen heb ik me ingeschreven. Dit is dus zo'n staatshotel uit de tijd van Tjouwtjeskoe! (nummer 87 van uw eigenste afhaal-Chinees-bestellijst). Ach, best volger: u kent hem nog wel.

Na de val van zijn regime (1989) zijn aan dit hotel uitsluitend en alleen de noodzakelijke reparaties verricht. Het hoogpolige tapijt van twintig jaar geleden is inmiddels iets minder hoogpolig, zeg maar gerust: laagpolig. De kamerdeuren zijn aan de buitenzijde bezet met nepleer (van dat dikke bolle skai-leer). En de lift heeft heel erg veel zin om naar beneden te gaan (goede eigenschap voor een lift), echter bij het naar boven gaan is ie een stuk chagerijniger. Ik kijk mijn ogen uit. Dit is een overblijfsel van de communistische tijd.

Een privat bewaker (van het hotel en van de stad) verontschuldigd zich voor de kwaliteit van het gebodene. Hij zegt dat het hotel twee sterren heeft maar dat eigenlijk niet meer verdiend. Ik zeg dat het allemaal geen probleem is. Eigenlijk geniet ik er van. Dat is namelijk de kick van het reizen. De ene dag zit je een een stad met alles, de volgende dag in een hotel met bijna niets. Dat ik voor mij het mooie van reizen. Steeds weer anders en nieuw.

Vanochtend bij het opstappen begon ik met traject 3: Cluj-Napoca - Vatra Dornei. Een tracee van 210 kilometer. De rustdag heeft me goed gedaan want na het herstelloopje van vanochtend (45 minuten) en een ontbijtje stap ik met hernieuwde energie op de fiets.

De zon schijnt en ik probeer de grote stad uit te komen. Er in rijden valt niet altijd mee, er uit ook niet. Uiteindelijk vind ik mijn route en begeef me al snel in de buitenwijken. Daar verandert het beeld heel snel: armoedige huisje afgewisseld met industrie, vooral autobanden en cement. Het wegdek is matig en ook auto's rijden stapvoets. Ik passeer een jong stel dat op een bankje uitrust van hun fietstochtje. Even verderop vul ik mijn watervoorraad aan bij een winkel en het jonge stel, dat weer verder gereden was, stopt en maakt een praatje met me. Het zijn Hongaren die in Cluj wonen en studeren. Er schijnt in Cluj een Hongaarse enclave te zijn.

Tot de heuvels van het dorpje Chinteni zijn er en worden er volop nieuwe huizen gebouwd. Wanneer ik een meertje passeer begint een klim van drie kilometer: een echte kuitenbijter. De top ligt in Deusu. Hier stop ik voor een aarbeien/bananensap en een zakje pinda's. De eigenaresse heeft weinig oog voor me. De lege kratten moeten verplaatst en ze veegt de vloer wat aan. Ook mijn voeten moeten omhoog.

Vanaf Vutureni weer een klim. Nu een van 6 kilometer (8%). Ze moeten me potdomme wel hebben vandaag. Het is zonnig en warm en het zweet gutst van me gezicht. Voordat de lange afdaling naar Panticeu begint kleed ik me warm, om een al te forse afkoeling te voorkomen.

Ik beland op het plein in het stoffige Panticeu. Panticeu heeft een (1) plein dus veel keus heb ik niet. Tot mijn grote verbazing is er hier, zeker voor Roemeense begrippen, recent een moderne supermarkt gebouwd. Het gebouw herbergt tevens een bank (met geldautomaat) en een farmacie. Het tegenover gelegen Magazin Mixt (de naam voor de kleine buurtwinkeltjes) zal op termijn het onderspit delven, zo is mijn verwachting. Leve de vooruitgang!

Rond half drie passeer ik een voetbalveld waarbij de spelers (en publiek) in afwachting zijn van een voetbalwedstrijd. Ik stop en neem plaats op de tribune: een houten bankje langs het veld. Het fluitsignaal laat lang op zich wachten want er moeten tal van administrieve plichtplegingen verricht worden. Van al dat wachten krijg ik trek. Op de hoek van het voetbalveld, net buiten de lijnen (dat dan wel) staat een frietkraam. Ik bestel een portie Cartofeli. De friet (halfvoorgebakken) verdwijnt in de magnetron en wordt na een tijdje voorzien van mayonaise. Ik laat het me smaken. Ik houd nu eenmaal van slappe patat. Om 15.15 uur gaat de wedstrijd beginnen in het enkelhoge gras. Er wordt met hart en ziel gestreden. Na een tijdje hou ik het voor gezien.

In een dorpje schrik in ene wakker uit een wat dromerige bui. Ik mis op een haar na een touw dat over de weg is gespannen. Tjonge, dat ging nog net goed. Even verderop herhaalt zich bijna hetzelfde. Het schijnt in dit dorpje een sport te zijn om te wachten op de ene fietster uit Holland. En wanneer die het dorp binnenrijd en heel dichtbij is, om dan het touw strak te trekken tot op ooghoogte en dan maar zien wat er gebeurt. Daarna ben ik waakzaam maar deze geweldige leuke bezigheid blijft beperkt tot dit ene dorpje.

Wat niet beperkt blijft tot een dorpje maar wat overal een pain in the ass is: dat zijn honden. Per dag voer ik met tenminste tien honden, verschillende honden, gevechten. S0ms is een dreigende arm voldoende om het dier met de staart tussen de benen te doen afdruipen. Echter, steeds vaker moet ik er flink bij schreeuwen. En soms duurt het gevecht honderden meters. Zo'n scene wordt dan gadegeslagen door verbaasde eigenaren (die ook niet ingrijpen of zo) of dorpsbewoners. Langzamerhand ontwikkel ik een echte hondenfobie. In het begin kon ik het onderscheid nog wel maken tussen een rustige, slome hond of een wraakzuchtige. Maar steeds vaker vergis ik me. Wanneer ik een omtrekkende beweging maak, gebeurt er niets. Wanneer ik denk dat er niets gebeurt, komt het beest met ontblote tanden op me af.

Mijn nieuwe tactiek is om te wachten op een tegenliggende auto. Op het moment dat die de hond(en) passeert, rijd ik in volle vaart langs. Dit werkt tot nu toe prima. D.w.z. ik heb nog geen tandafdruk te pakken.

Ik arriveer om 18.15 uur in Dej na een rit van ruim 80 kilometer. Het is mooi geweest voor vandaag. Meer dan mooi zelfs.

Aanvulling: 's avond zoek ik nog een terrasje en geniet van een cola en een taartje. Een jonge vrouw betreed het terras en eet uit de vuilnisbakken, drinkt uit alle leeg achter gelaten frisdrankflesjes (waar nog een bodempje in zit) en smult van het achtergebleven ijs, in de ijsbakjes. Het bediendend personeel probeert haar te verwijderen en dreigt met het bellen van de politie. Ze trekt zich er niets van aan en vlak voordat de politie arriveert vertrekt ze weer.

4 opmerkingen:

  1. Bunã Gerrit, lertaţi-mã omdat ik nu pas reageer op je voortreffelijk humoristische reisbeschrijving. Ik heb ze het afgelopen uur in één ruk doorgelezen, en moest regelmatig mijn mond weer in de goede stand zetten. Jouw mail met de verwijzing naar je blog was tussen andere mails ondergesneeuwd (het is hier nog steeds geen zomer!). Mijn eigen vakantie naar Ierland moest ook gevierd en uitgebuit worden, en zo heb ik gisteren pas ontdekt dat jij een en ander aan het uitspoken bent in Roemenië. Had ik je niet verteld over die honden? Dan heb ik je misschien ook niet verteld dat knoflook een grote pro-actieve rol speelt in het vermijden van rabiës (en ja, ook om nog even geen verkering te vragen aan de eerste de beste dorpsschone). Je beschrijvingen zijn levendig en herkenbaar. Fantastisch welke avonturen je allemaal meemaakt; het lijkt wel een jongensboek. Mooi dat je je eigen vervoer bij je hebt, een heus stalen ros (ik neem toch aan dat je geen carbonfietsje hebt?) met alle gemakken en ongemakken van dien. Zo maak je contact met de plaatselijke bevolking, en dat levert, zoals in elk land, heel verrassende positieve en soms ook negatieve ontmoetingen op. Knap dat je naast het fietsen nog zoveel energie over hebt om je op de voorbereiding op de halve van Zwolle te storten. Ik kijk uit naar je volgende berichten. Beware of the dogs and the prostitutes ((ik weet niet wat erger is), en la revedere.

    groet, Walter

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Gerrit,

    Wij zijn ondertussen terug uit Tsjechie. Hebben een heerlijke vakantie gehad. Heb je verslagen nu allemaal gelezen. Volgens mij heb je het wel naar je zin. Roemenie zou in ieder geval voor mij niets zijn voorlopig. In Nederland is het koud, al de hele maand mei. Gelukkig was het in Tsjechie beter. Ik hoop dat je nog veel fietsplezier meemaakt en dat je geniet van je vakantie. Wij blijven je volgen. Veel plezier!
    Klaas en Elsa
    PS: je nieuwe blognaam is niet gelukt. Als wij reageren is het nog steeds als jou. Misschien moet ik toch een naam veranderen? Ik zal eens kijken

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoi Gerrit,

    Ik heb even wat in de blog zitten wijzigen en nu moeten wij toch echt als Klaas en Elsa tevoorschijn komen. Alles stond nog ingesteld als zijnde Gerrit Pleijter. Het is nu beter lijkt mij.
    Veel plezier!
    Groetjes Klaas en Elsa

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hey, bedankt voor het volgen. En het wijzigen van de blognaam. Alles gaat prima: de benen zijn hard als staal en Roemenie is mooi.

    Werkze!

    BeantwoordenVerwijderen