donderdag 6 mei 2010

Woensdag 5 mei 2010

Voor het eerst deze reis ben ik heel erg boos. Een beetje boos ben ik al wel geweest, bv. wanneer ik bijna door een vrachtauto van de weg gereden werd. Maar dat is ingegeven door schrik, nu is echt feest!

Dit is de eerste keer dat ik niet de enige gast ben op een camping of in een pension, en meteen gaat het mis. Om 3.00 uur (nachtwerk) word ik wakker van klapperende deuren en een tv met het geluid op 10, 10 plus! Ik bedenk me geen seconde, storm de gang op en ga op het geluid af. Ik open met het nodige lawaai de deur van de kamer en hier zie ik twee Roemenen die onder invloed van de nodige alcoholische versnapperingen lekker hun feestje aan het vieren zijn. Zonder te wachten op een uitnodiging of ik misschien mee wil doen vraag ik of ze als donder willen ophouden omdat ik probeer te slapen. Mijn verschijning of mijn woorden of een combinatie van beide maken zoveel indruk dat ze spoorslag het pension verlaten en vertrekken.

Helaas slaap ik daarna niet meer en enigszins gebroken verlaat ik des s' ochtends het pension om op pad te gaan. Gisteren heb ik traject 1 voltooid en vandaag ga ik de tanden zetten in traject 2: Brad - Cluj Napoca, een afstand van 162 km.

In Arbud doe ik een een supermarkt mijn ontbijtinkopen, zoek een bankje, eet mijn ontbijt en laat het dorpsleven aan me voorbij trekken. Het valt me op de Roemenen in het verkeer erg ongeduldig zijn. Ze toeteren snel en halen bij de eerste beste mogelijkheid meteen en met grote snelheid in.

Ik passeer de nodige dorpjes en aan mijn linkerzijde stroomt een rivier: Aiers. De rivier is sterk vervuild. Kennelijk is het gebruikelijk om het huisvuil aan de rivier toe te vertrouwen. Bij hoog water wordt het vuil mee genomen, echter, bij laag water blijft het vuil in grote hoeveelheden in de struiken en bomen hangen. Een groepje mannen heeft de opdracht gekregen om dit vuil te verzamelen en ter plaatse te verbranden. Een klus waar volgens mij geen eind aan komt.







Ik passeer klooster Lupsa dat weer in oude luister is hersteld. Het wordt weer bewoond en in noodgevallen kan de reiziger er overnachten. In Baia de Aries stop ik even en rijd het centrum in. Het is er betongrijs en uitzichtloos. Ik maak kennis met de eerst bedelende mens: een vrouw, ze ziet er slecht uit. Verder loost het sterk in verval geraakte industriedorpje een ononderbroken dikke zwarte drap in het riviertje.

Vandaag is zo'n dag dat lijf en geest niet wakker wil worden. Ik werk wat flesjes cola naar binnen, maar wakker worden ho maar. Dat komt me bijna erg duur te staan. In een kleine afdaling zie ik een spoorlijn dwars over het wegdek. Meestal rem ik flink af omdat ik ontzag heb voor de grote onregelmatigheid van de sporen. Ditmaal denk ik het wel zonder remmen af te kunnen en storm er in volle snelheid op af. Voor ik het weet liggen de beide voortassen ineens in de berm. Ik moet flink in de remmen om de tassen op te halen. Fuckerderduck, dat had verkeerd kunnen aflopen. Als een van de tassen voor mijn voorwiel was geraakt.......

Opeens veel wakkerder dan voorheen vervolg ik mijn weg. Ik stop in Salovia om mijn watervoorraad aan te vullen maar de winkel is gesloten. Het gebeurt vaker dat winkels zomaar gelsloten zijn. Klanten wachten dan in alle rust voor de deur totdat de eigenaar de winkel weer opent. Ik loop wat heen en weer te lopen en kijk naar een passerende kar met daarvoor twee koeien. Als wachtend en drentelend kijk ik een ruimte in (de deur staat halfopen) waar ongeveer 50 dames in een schaars verlichte ruimte kleding aan het maken zijn. Ze hebben weinig tijd om op of om te kijken, want er moet productie gedraaid worden. Als een kwartier later de winkel nog niet opengaat ga ik weer verder. Gelukkig is er in een dorpje verderop wel een winkel. En nog open ook. Na een half uur wachten.....





Uiteindelijk kom ik in de middag aan in Buru. In mijn routeBuru is bereikbaar via een voethangbrug. Ik loop met mijn fiets over de brug, stap op de fiets en rijd .......... een middeleeuws avontuur binnen.

Het is me meteen duidelijk dat men hier geen vreemden gewend is. Twee mannen vraag ik naar een hotel/pension (volgens mijn routeboek zou er iets moeten zijn) maar de mannen verwijzen me naar een plek 15 kilometer verderop. Daar zou een klooster zijn waar je zou kunnen overnachten. Ik rijd nog iets verder en zie, tja..... vier vrouwen zittend op een houtblok, kippen en ganzen die loslopen, autowrakken (ja, die hadden ze in de Middeleeuwen ook al!!) waar varkens in gehuisvest worden....
Ik rijd een houten brug over en sla linksaf. Het voelt niet goed. Ik moet hier weg. Maar het pad loopt dood. Ik keer om. Een man loopt me tegemoet. Hij geeft me een net iets te snelle hand en lacht er net iets te vriendelijk bij. Hij geeft aan de baas van het dorp te zijn. Omdat ik op zijn weg fiets moet ik 3 Lei betalen. Ik vind de prijs alleszins redelijk (0,75 eurocent) voor een retourtje over zijn weg, dus daar komen we wel uit. Dat zal geen breekpunt worden. Alleen ga ik de discussie met de man aan over de definitie van een weg. Ik zie namelijk een smal paadje dat maar weinig weg heeft van een weg. Daarbij, loopt het pad dood en moet ik noodgedwongen terug. Als het pad ontsloten was had me dat ruim 0,35 eurocent gescheeld. Ook vraag ik een bewijs of hij kan aantonen dat het daadwerkelijk zijn weg is. Al met al wordt het wat dreigend als hij pontificaal voor mijn fiets gaat staan.

Hier moet snel een eind aan komen. Ik maak me groot en breed en zeg dat ik begrip heb voor de ontstane situatie, wens hem veel succes met zijn weg en duw hem met mijn rechter en zachte hand opzij. Dan spring ik als een jonge hinde (lees: heul erugh snel) op mijn fiets en voel dat ik de pedalen net even wat sneller als normaal rond beweeg. Het vervelende is dat ik het pad af moet, de brug over en dan rechtsaf om weer bij de voetbrug uit te komen. Daarbij het halve dorp passerend. Ik hoop maar niet dat hij zijn vriendjes allarmeert. Gelukkig loopt het avontuur goed af en met een ervaring rijker ga ik op zoek naar een overnachtingsadres.

Dat ligt 5 km verderop en het routeboek waarschuwt de bezoeker voor een onaardige beheerder. Dat is niets teveel gezegd. Ik ben niet welkom en ook mag ik mijn tent niet op het terrein opzetten. Net buiten het terrein vind ik een redelijk vlak stukje grond. Ik was me met het water uit de bidon en installeer me.

Het was een mooie dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten