zondag 9 mei 2010

Vrijdag 7 mei 2010

Vandaag een soort van rustdag in Cluj-Napoca, of zoals de Clujnaren hier zeggen: Cloesj.

Cluj is een moderne stad met alles wat van een stad een stad maakt. Het enige dat in het straatbeeld ontbreekt is de Mc Donalds. Maar dat zal ook niet meer lang duren denk ik zo.

Het is voor mij bijzonder om te realiseren dat op twee fietsuren afstand het land met de hand bewerkt wordt, de huizen erg armoedig zijn en het wegdek vol met kuilen zit.


In deze stad is alles voorhanden: modieus gekleede mensen, een schouwburg, restaurants, zwervers, loeiende ambulances, taxi's, you name it. Heel vervreemdend.

Ik moet mijn terugreis op het station van Cluj proberen veilig stellen. Mijn eindstation per fiets is de stad Constanta, gelegen aan de Zwarte Zee. Vandaar zal ik op een of andere wijze terug moeten reizen naar Budapest. Vandaar gaat mijn vliegtuig, tenminste als onze IJslandse vulkaan eindelijk verstandig is geworden en gestopt is met roken.

Ik vraag de route naar het station aan een meisje. Na een korte aarzeling bied ze aan om met me mee te lopen. Het is een wandeling van 25 minuten. Ze is van oorsprong Hongaarse, maar woont al vanaf heel jong in Cluj. Ze studeert Frans en hoopt in juni af te studeren. Ze verontschuldigd zich voor het slechte imago wat Roemenie heeft. Ze geeft de Gypsy (Roma-bevolking) de schuld. Al dan niet terrecht.

Ik vraag of ze met haar studie Frans perspectief op een baan heeft. Ze geeft aan dat het heel moeilijk zal worden. Mensen met geld redden zich in Roemenie, maar zonder geld is het leven ingewikkeld en zwaar. Ze heeft totaal geen vertrouwen in het EU-lidmaatschap en denkt niet dat het snel beter zal worden. Tot mijn verbazing hemelt ze het communistische regime op en zegt dat het leven twintig jaren geleden veel beter was voor de gemiddelde Roemeen ( ze was toen zelf nog een baby). Ik vertel dat Roemenie wellicht in een overgangsfase verkeerd en dat het op termijn, met steun van Europa, voor iedereen beter zal worden. Echter dat heeft tijd nodig. Ze zegt dat ik makkelijk praten heb. Daarin heeft ze gelijk. Op het station aangekomen nemen we afscheid.

Ik regel met veel moeite een kaartje voor de trein van Boekarest naar Budapest voor 28 mei. Alleen of mijn fiets mee kan is erg onzeker. Dat moet ik met de conducteur van dienst zien te regelen. Misschien moet ik hem smeergeld betalen.

Dan neem ik een taxi naar de Garden Botaniek: de botanische tuin van Cluj. Het 14 ha. grote park blijkt op korte afstand van mijn hotel te liggen. Tijdens de rit voer ik een zelfde soort gesprek met de taxichauffeur. Ook hij wil het oude regime terug. Alle Roemenen denken aan zichzelf. Niemand heeft iets over voor de opbouw van het land en voor een ander, zo verhaald hij. Ook geeft aan geen enkel vertrouwen te hebben in het EU-lidmaatschap. Twee sombere meningen op deze ochtend.

Hij huurt een taxi(auto) voor twintig euro per dag. Hij werkt zeven dagen per week en 'maakt' per dag tussen de 14 en 16 uren. Zijn netto gemiddelde winst bedraagt 12,50 euro per dag (na aftrek van alle kosten incl. brandstof). Hij heeft drie jaren in Italie, en zes jaren in Frankrijk gewerkt als tuinman. Was getrouwd en is nu gescheiden van een Italiaanse, en zoals hij zegt, niet serieuze vrouw.

Hij geeft me zijn kaartje, voor als ik in de problemen kom, en zet me af voor de ingang van de botanische tuin. Precies op dat moment is er een lichtflits en binnen een seconde een enorme onweersklap. Harder en dichterbij heb ik 'm nooit gehoord.

















Alle mensen krimpen ineen en zoeken een veilig heenkomen. De lucht is inktzwart, de regen komt meteen met bakken uit de hemel. Ik koop snel een kaartje en haast me het museumgebouw van de botanische tuin binnen.

In het museum hangt het vol met waar ik vroeger zo'n gloeiende hekel had, althans het maken er van: herbaria. Nu vind ik het interessant.

Ik ren een stukje door de regen richting de tropische kas. Als ik er ben aangekomen ben ik zelf tropisch: warm van het rennen en nat van de regen. Een schoolklas met kleine kindertjes wordt, in de hal van de kas, door de juf bezig gehouden met allerlei leuke spelletjes en het zingen van liedjes.

Na anderhalf uur begint het op te klaren en ga ik de tuin bekijken.

















Tegen de avond werk ik een hardlooptraining af in de stad. Iedereen keert terug van zijn werk naar huis en het is een drukte van jewelste met toeterende auto's, opstoppingen en gedoe. Ik vind een mooi blok om te rennen met wat lichte glooiingen. Het lopen gaat prima. Ik verkeer in supervorm. Althans zo voelt het.

Onderweg zie ik een straat met wat winkels die rouwkransen en doodskisten verkopen. Prima combinatie trouwens. Bij de combi: lijkkisten en geboortekaartjes of Champagne zouden de zaken wel 's een stuk minder goed kunnen lopen, denk ik zo.

's Avonds vergrijp ik me: ik bestel in een pizzeria een lasagne, daarna een bord spaghetti, en als toetje: timarisu. En ik drink er een hele fles lauwe witte wijn bij. Dat lauwe had niet gehoeven trouwens.

Daar ga je heeeel goed van slapen.

Hardlooplogboek:
Tijd: 1.36 uur
20 min.: heuveltraining
6 versnellingen (WT) van 45 seconden (1 min. p)
Gevoel: supersterk
Locatie: Cluj (stad)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten