zondag 23 mei 2010

Vrijdag 21 mei 2010

Ik fiets al weer. Het is 7.00 uur des ochtends. Werd om uurtje of vijf wakker, voelde m'n botten en de koude grond. Slapen ging niet meer. Vandaar dat ik mijn tentje al vroeg heb opgebroken.

En ik ben niet de enige die al vroeg op is. Wegwerkers en arbeiders zijn al aan het werk of wachten op transport naar hun werkplek. Misschien hebben ook zij 'last' van een lekke slaapmat.



Mijn maag is vrij leeg en daarom leg ik bij de eerste (dus de beste) Magazin Mixt aan. De keuze in de winkel is beperkt. Ik zal het voorlopig met een pakje met zo'n rietje zoete meuk moeten doen. Die pakjes hebben me de hele reis er al doorgetrokken. Lange leve de pakjes met zoete meuk!
Vlak voor Salcioara stuit ik zomaar, vanuit het niets, op een soort grenspost. Twee Amerikaanse militairen bewaken een slagboom. Ze vragen me waar de reis naar toe gaat. Ik zie er kennelijk niet uit als een moslimterrorist (heb mijn hoofddoekje net op tijd afgedaan) en mag door.
Ik fiets nu in een miltair oefengebied. Verderop staat een groep van ongeveer honderd USA-militairen zich op te maken voor een schietoefening. De slachtoffers staan al klaar in de vorm van schietpoppen. Het loopt vast slecht met ze af, en dat zo vlak voor het weekend......
Ik passeer nog tweemaal een 'grenspost' en fiets over het meeste 'avontuurlijke' wegdek van deze reis.

In Salcioara passeert een jongen op een fiets. Hij beweegt zijn fiets van links naar rechts over de weg. Het ziet er allemaal wat onhandig uit en ben bang dat hij brokken gaat maken. Maar hij wil helemaal geen brokken maken. Hij wil iets anders. Hij tovert zijn mobiel tevoorschijn en geeft te kennen geeft mij te willen fotograferen. Verdorie, dit is de omgekeerde wereld! Ik hoor hem te fotograferen!! Ik stop midden in het dorpje en poseer. Hij 'neemt' me vanuit standen.

Een en ander trekt de aandacht van een groot aantal dorpsbewoners. Het wordt een hele oploop met veel belangstelling voor mijn fiets en..... wat die wel niet kost......
Inmiddels is het pauze voor de schoolkinderen van het dorp en ook die komen er bij staan. Het lijkt me een goed moment voor een rustpauze. Ik stap af, parkeer mijn fiets, loop een winkel binnen gevolgd door een hele schoolklas en koop mijn ontbijt.
Het ontbijt probeer ik buiten op te eten echter dat valt voor de drommel nog niet mee. De kinderen hebben veel te vertellen en/of te vragen. Ik heb inmiddels een aantal woorden geleerd waarmee ik het gesprek een tijdje gaande kan houden. Maar op een gegeven moment is de koek op. Echter, mijn ontbijt nog niet.


Opeens stap een meisje naar voren. Ze vraagt of ik misschien Engels spreek. Ze blijkt Amerkaanse te zijn en al enige jaren in Roemenie te wonen. Met tegenzin. Geen lieve juf. Vind Roemenie niet prettig.
De andere kinderen vinden het vreemd dat Kathy met deze vreemde bisjiklet-meneer kan communiceren en tegelijkertijd ook reuze interessant. Ik kan nu ook met de andere kinderen praten. Kathy doet de (moeizame) vertaling. Na een tijdje nemen we afscheid.

Ze komen gedurende mijn ontbijt nog tweemaal terug. De juf vind het ook wel interessant zo'n fietser. Uiteindelijk nemen we echt afscheid van elkaar. Ik hoop maar dat Kathy een mooie en gelukkige vrouw zal worden.
Ik neem het doorsteekje naar het dorpje Baia. Baia is het eerste dorp in Europa waar de vogelgriep officieel is vastgesteld.
Ruim na het middaguur is het tijd voor Mici. Mici zijn gekruide gehaktrolletjes. Ze worden gegeten met brood en mosterd. Soms wordt er ook patat bij geserveerd. Het is een 'snelle' snack. Overal verkrijgbaar en (ik mag wel zeggen) met wisselend succes voor wat de kwaliteit betreft.
Echter, deze mici is veruit de lekkerste van mijn reis. Het meisje BBQ't ze gedurende 30 minuten en het ziet er allemaal zeer vertrouwingwekkend uit. En zo smaakt het ook.
Onderweg wordt er volop gehooid. Het is mooi weer en mannen zijn bezig het hooi op hopen te brengen. Soms wordt het hooi ook meteen (met de hand) op de wagen geladen en met paard en al afgevoerd.


Ik neem een foto van twee mannen, die wat aan het rusten zijn. Na de fotosessie bieden ze me wat te drinken aan. Wat een hartelijkheid, wat een warmte gaat er van deze mensen uit.
Het afscheid nemen gaat met een omhelzing: eenmaal links, eenmaal rechts. Ze wensen me diverse malen: drum bun (goede reis) en ik ga weer verder.

Nu op zoek naar mijn reisdoel voor vandaag: Histria. Histria is de oudste Griekse vindplaats op Roemeense bodem. Het was ooit de belangrijkste havenstad aan de Westkust van de Zwarte Zee. Omdat de haven dichtslibde nam de stad Tomis (later Constanta) deze rol over.
Eerlijk gezegd heb ik het nooit zo op stapels stenen van wat dan iets geweest moet zijn. Echter, ik ben nu toch in de buurt en daarom sla ik linksaf en fiets gedurende 7 kilometer een weg af die uitloopt tot aan de Zwarte Zee.

Daar aangekomen zie ik een man en een vrouw. Hij blijkt de conservator annex tuinman te zijn. Zij is kaartjesverkoper. Hoe zal ik het zeggen: het is er niet echt dringen geblazen. Laten we het daar op houden.


In het museum staan veel gevonden voorwerpen tentoongesteld. Van vazen tot kammetjes. Interessant. Het totale terrein beslaat 72 hectare. Gelukkig hoef ik dat niet helemaal af te lopen. De poort, muren en overige overblijfselen van de voormalige havenstad zijn in een uurtje goed te bekijken.

Behalve het museum, de stapels stenen en het uitzicht op de Zwarte Zee is er niets. Het eten is op. Het drinken bijna. En ik wil eigenlijk niet nog een nacht op de harde en koude grond liggen. Het lichaam is toe aan iets van een matras. Ik besluit door te fietsen, op zoek naar een pension. Het begint zachtjes te regenen. Ik doe mijn regenpak aan en voorzie de fietstassen van regenhoezen.
Precies op tijd. Het stopt met zachtjes regenen. De hemel breekt open. Lichtflitsen, lichte donderslagen en kei-kei-kei-keiharde regen. Binnen de kortste keren kan ik baantjes trekken in mijn schoenen. Mijn voeten zijn alvast begonnen. Het landschap is hier zo vlak als de flevopolder. Schuilen is onmogelijk. Doorfietsen. Na 20 kilometer bereik ik een dorpje. Het regent onverminderd hard. Ik schuil in een winkeltje. Ik koop een banaan, flesje cola, zak chips, sinaasappel en een toetje en eet het allemaal achter elkaar op.
Het klaart een beetje op en, doorweekt als ik ben en bij gebrek aan een pension, besluit ik door te knallen.

Ik passeer de grootste olierafinaderij van Roemenie met dito penetrante geur. Het is inmiddels nog wel bewolkt maar ook zo goed als droog geworden. De plassen water beslaan met regelmaat een groot deel van het wegdek. Ik moet regelmatig een grote uitwijk maken of in de remmen om te voorkomen dat een passerende auto me voorziet van een douche. Fijn is dat de auto's het wat rustiger aan doen. Ze kunnen de gaten en kuilen in de weg door de grote hoeveelheden water niet zien. Alleen de mensen die de weg goed kennen rijden onverminderd hard door.


Een pension, laat staan een hotel, is in geen velden op wegen te bekennen. Door maar naar Mamaia: een grote stad. Ik heb inmiddels 100 kilometer (!) afgelegd (en ja, de benen doen flink pijn) als ik rond 18.00 uur voor een T-splitsing komt te staan. Mamaia ligt rechts. Constanta (het einddoel van mijn reis) is linksaf. Het is nog twintig kilometer naar Constanta.
Er is geen twijfel, ik heb al besloten. Vandaag ga ik mijn einddoel van reis halen en sla linksaf.

Even later fiets ik over een grote boulevard met links en rechts een aaneenschakeling van grote hotels. Kilometers lang. Het Zandvoort en Scheveningen van Roemenie.
Uiteindelijk na wat zoek- en vraagwerk kom ik aan in het oude stadsdeel van Constanta. Ik sta voor een wegenweb waar ik kan kiezen uit zes mogelijkheden. Door de vermoeidheid lukt het me niet om de juiste weg te vinden. Ik vraag het aan een vrouw maar die weet het ook niet precies.

Dan stopt een politieauto. Ik vertel hen over mijn reis en dat ik op zoek ben naar de vuurtoren van Constanta: mijn einddoel. Ze vinden het zo'n mooi verhaal dat ze er op staan om mij te begeleiden tijdens de laatste kilometers van mijn reis.




En zo rijd ik achter een politieauto, onderwijl een zeer aggresieve aanval van een hond ontwijkend, op weg naar de vuurtoren.


Om precies 20.00 uur, op zomaar een vrijdagavond, sta ik na vier weken fietsen oog in oog met de Zwarte Zee.


Ik bedank mijn 'vrienden' en laat me fotograferen op de boulevard van Constanta.








En dat was het dan. Ruim 1600 kilometer heb ik gefietst. Van Budapest naar Constanta. Wat een ervaring. Ik ga de komende dagen Constanta bekijken en later in de week nog een kort weekje Boekarest.

Beste volgers: ik zal de komende dagen/weken het weblog van (nog) meer foto's voorzien. Rest me jullie nog hartelijk te bedanken voor het volgen. Echt, dat was fantastisch om te ervaren.

Gerrit Pleijter

1 opmerking:

  1. yeee, ik snap nu eindelijk hoe ik je verhaal kon lezen, en heb dus nu alles maar in 1 ruk achter elkaar gelezen. ik snapte maar niet waarom er geen bericht kwam op m'n hyves met zo'n link naar hoe ik dan je berichten kon lezen en nu opeens, in een helder ogenblik, doorzag ik het, en voila, nu heb ik alles gelezen. Ik heb er van genoten, wat schrijf jij ontzettend leuk, en wat heb je een heftige dingen meegemaakt! Ik zou het doodeng hebben gevonden, die honden is niet leuk, maar zoiets als met dat "vriendje"....., Petje af dat je het helemaal afgemaakt hebt!
    Hoop nog een keer al je foto's te zien en dat visgerecht bij je te komen eten :-)

    BeantwoordenVerwijderen