donderdag 13 mei 2010

Dinsdag 11 mei 2010

Ik word wakker van de kou. Het is nog vroeg, erg vroeg. En ik slaap niet meer. Van de kou. Om 6.30 uur stap wurm ik me daarom maar uit mijn slaapzak en begin met het opbreken van de tent. Het is koud.

Krap drie kwartier later zit ik al op de fiets. De zon laat zich nog niet van zijn beste kant zien. Waar is tie als je 'm nodig hebt? Fuckerderduck! Mijn vingers zien blauw, mijn lichaam rilt van alle kanten. Dit wordt te gek. Ik zet de fiets aan de kant en trek een lange broek aan en mijn fietsshirt, die met lange mouwen. Maar mijn lichaam wil deze ochtend niet warm worden. Het blijft bitterkoud. Een kleine kilometer verder haal ik alles uit de kast. Ik zet mijn fiets aan de kant. Alles wat lange mouwen heeft haal ik uit de tassen en trek het aan. Ik lijk net een Michelin-poppetje. Wat zeg ik, ik ben het!



Mijn lichaam is enigszins op temperatuur echter mijn vingers zien blauw van de kou. Ik heb behoefte aan warmte: iets van zon, iets van thee of een combinatie van die twee. Maar in dit fraai beboste deel van het dal wordt een van beide voorlopig niet geserveerd. Laat staan alle twee. Wel zijn er veel kuilen en gaten in de weg. Dat dan wel weer. Maar daar wordt je niet warm van.

Het tracee bestaat uit veneinige klimmetjes en daarna gaat de weg weer wat naar beneden. Dan volgt een klim, dan weer een stukje dalen. En zo gaat het verder. Uiteindelijk vind ik thee en ook de zon heeft de weg weer gevonden.

In veel dorpjes zijn vrouwen bezig hun waar aan de man te brengen. Maar vrouwen mogen het ook kopen. Hun waar bestaat het verkopen van kruidenplanten. Die kruiden liggen, met wortel en al, op kleden en die kan je dus kopen. Ik vraag aan een dikke vrouw of ik een foto van 'het marktje' mag maken en dat wekt veel hilariteit bij de overige verkopers. Ze verlaten allemaal hun waar en komen kijken bij die vreemde snuiter met zijn fiets. Ik voel me voor het eerst een beetje opgelaten. Bij mijn afscheid moet ik iedereen een hand geven incl. de vrouw van de foto. Tijdens het wegfietsen hoor ik hun lachen nog nagalmen.

Rond het middaguur veranderd het landschap. D.w.z. de kleine dorpjes rijgen zich nu aaneen en aan het einde van de middag raak ik uitgerijgd. Ik stop in Hangu. Een stoffig dorpje dat voornamelijk drijft op houtindustrie (op zichzelf een prima keuze: hout als drijfmiddel) Er zijn tal van houtzagerijen. En het is een af en aan rijden van vrachtauto's.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten