donderdag 29 april 2010

Woensdag 28 april 2010

Vanochtend, bij het opstaan, schijnt die heerlijke koperen kogel weer ombarmhartig aan de hemel, Het beloofd wederom een prachtige dag te worden.



In tegenstelling tot gisteren werkt de ontbijtservice op volle toeren. Ik ben de enige gast (tot nu toe overal trouwens), echter men is graag bereid een ontbijt voor mij te maken: roerei met verse paprika, ui en tomaat. En dan de hele meuk door elkaar gehusseld. Daarom zal het wel roerei heten. Overigens verjaagt de bazin wel het personeel (dat ook zit te ontbijten) van hun mooie zonnige buitenplek. Behoorlijk bezwaard neem ik hun plek in. Zij zoeken een plaatsje elders.

Om 10.00 uur vertrek ik. Het fietsen gaat niet erg best. De benen voelen als gelijk een doorgelegen schuimmatras. Noodgedwongen maak in Csengele een tussenstop en bestel een tea. De thee wordt hier standaard geserveerd met citroensap en twee klontjes suiker. Op dit moment vind ik alles best. Ik voel me zwak en lusteloos en vraag me af wat er aan de hand is.



De thee werkt geestopwekkend want opeens krijg ik een idee. Ik heb al vier dagen niet gepoept en dat is voor mijn doen niet normaal. Ik wankel naar de wc, doe mijn broek naar beneden en leun met een hand tegen de muur en hang boven de pot. Ik probeer wat aandrang te kweken, echter dat gaat vooralsnog niet al te best. Het moet en het zal er uit. Ik pers uit alle macht en daardoor loopt mijn hoofd vast pimpelpaars aan. Ik voel warempel dat er iets van een beginnetje zit aan te komen. Echter van harte gaat het niet. Ik begin verdorie te doorvoelen van een vrouw doormaakt wanneer ze gaat bevallen (sorry dames). Hoe zeggen de Engelstaligen het: putting a squarebox into een round hole. Dat is het wat ik zit door te maken! Na een kleine 10 minuten persen komt er het een ander naar buiten. Jeemig wat een opluchting! Ik veeg, behalve dat ene, ook het nodig transpiratievocht van mijn voorhoofd.


Ik loop het restaurant terug in en ga nog even zitten: bijkomen. Het is een komen en gaan van gasten. De meesten roken, drinken bier en blijven zo'n tien minuten. Het valt me op dat elke gast na het verlaten van het pand door de achterblijvers geevalueerd wordt. Volgens mijn wordt er flink op los geroddeld. Sommigen worden zelfs nagekeken. Ben benieuwd wat er over mijn gezegd gaat worden.

Het fietsen gaat, na de eerder genoemde bevalling, een stuk beter. Wat me nog bezig houdt is mijn kilometerteller. Die is nl nog steeds stuk. Ik heb de knoopcelletjes al vervangen, heb de magneet aan het voorwiel al verschillende malen verplaatst, echter ik kan het euvel niet verhelpen. Er natuurlijk vanuit gaande dat er iets aan de hand is met het euvel. Anders zoek ik voor niets. Voor hetzelfde geld is er niet aan de hand met het euvel en moet ik ergens anders zoeken.

De afgelopen dagen was het prima weer. Mijn temperatuurmeter geeft regelmatig temperaturen aan van net boven de 30 klein nulletje C. Het ding overdrijft overigens graag maar ik geef hem graag gelijk.
Vandaag verloopt de temparatuur grillig. De dag begon met 22 en daarna oplopend tot 30 graden C. In de loop van de middag begon het wat de regenenen en zakte de temperatuur tot waarden beneden de 15 graden. Om 19.00 uur was het weer 25 graden en scheen de zon weer volop.

In de loop van de dag loop de weg uit op de rivier: de Tiszia. Deze rivier is tien jaar geleden zwaar vervuild geraakt i.v.m. het illegaal lozen van bestrijdingsmiddelen. De rivier begint zich enigszins te herstellen van deze brute daad.

Er begint zich langzaam een hele rij te vormen voor het pontje dat ons naar de overkant moet brengen. Voorlopig is het pontje al waar wij willen zijn: de overkant. En uit niets blijkt dat het van zins is om naar overkant (onze kant) te varen. Veel arbeiders en ander volk staat geduldig, onder het genot van een gesprek, een sigaret, een biertje of deze drie geneugten gecombineerd, te wachten.

Gelukkig raakt het pontje bij 'zinnen' en vaart het na verloop van tijd onze kant op.

Ik maak een lange fietsdag. Het is reeds tegen zevenen als ik aankom in Hodmezovasarhely. Er is daar een Kemping met heilzame natuurbaden (een van de vele in Hongarije).


De ingang is zowaar niet gemakkelijk vinden. Na wat heen en weer vragen en rijden vind ik de toegangspoort. Die zit dicht. Na 10 minuten komt de beheerder om me vervolgens binnen te laten via een zij-ingang. Het taalprobleem komt nu volledig tot uitting. Het duurt nl nogal enige tijd voordat ik duidelijk kan maken wat ik kom doen. Ik heb een tent, hij is beheerder van een camping: hoe moeilijk kan het zijn. Uiteindelijk begrijpen we elkaar en komt er een hele papierwinkel op gang. Ik moet hem 100 HUF betalen en de overige 2000 HUF moet ik aan de kassa van het badencomplex betalen.

Als de adminstratieve zaken afgerond zijn zoek ik een plaatsje en installeer mijn spullen. Voor het eerst ben ik niet alleen. Er staan een aantal carvans en campers. Een jong stel plaatst hun tent in de buurt van de mijne. Na een half uur krijgen ze vreselijke ruzie, zo heftig dat ze de boel opbreken en met gierende banden van het terrein afrijden.

Het wordt vast een onrustige nacht.

Dinsdag 27 april 2010

Vanochtend werd ik om 6.30 uur gewekt.

Ik meende wat te horen, ritste mijn tent open, stak mijn hoofd naar buiten en keek recht in de ogen van .........een koe. Dacht ik in een natuurgebied te overnachten, blijkt het een weiland te zijn! De boer hoed er zijn koeien als ware het schapen. Gelukkig laten de koeien en hun baas mijn tent en fiets verder met rust.
















Vandaag voert de route door de laagvlakte tussen de rivieren de Donau en de Tszia. De twee belangrijkste rivieren van Hongarije. Het reisdoel voor vandaag is een van de vele Nationale Parken van Hongarije: Karikas Csarda.

Omdat de ontbijtservice het vandaag volledig af laat weten, breek ik mijn tent maar op en ga op pad.

Na 10 kilometer fietsen vind ik een Vakvagany. Ze verkopen zoete meuk en dat laat ik me goed smaken.
In de loop van de ochtend doe ik in Szabadszallas inkopen in de plaatselijke COOP. Vlak naast de supermarkt is een parkje. Het parkje is in het midden voorzien van een bloemenperk met daarom heen twee bankjes. Dat parkje moet welhaast een bedoeling hebben. Misschien heeft de architect van het parkje wel bedacht dat een vermoeide Hollandsche fietser nadat hij (of zij) inkopen heeft gedaan in de nabij gelegen supermarkt dit wil opeten in zijn ontworpen park.

Wellicht woont hij in de buurt en staat hij dagelijks op de uitkijk om te kijken of zijn plannetje werkt. Omdat ik de laatste wil zijn die deze architect wil teleurstellen neem ik plaats in het park en verorber mijn pas gekochte waar.

Het landschap is onverminderd weids te noemen zo af en toe afgewisseld met een aantal grote natuurparken. Naarmate de kilometers vorderen wordt de akkerbouw ingeruild door kleine wijngaarden. De grond is hier zandig en kalkrijk. Dit gecombineerd met het zonnige en warme klimaat vormen het prima omstandigheden voor de teelt van druiven.




Om 15.30 uur kom ik aan bij de ingang van Nationaal Park: Karikas Csarda. Het park, ter grootte van 55 ha., is bekend vanwege de dagelijkse paardenshows. Helaas is de eerste paardenshow van dit jaar gepland op 1 mei. Ik ben dus net iets te vroeg, of zij te laat. Bij de ingang van het NP is een heuse Kemping en dito douche.

Na het opzetten van de tent ga ik nog een uurtje hardlopen(*). Net op tijd bedenk ik me dat ik het Nationale Park ook al hardlopend kan bekijken. Ik loop het prachtige park in. Zo te zien wordt er een stringend verschralingsbeleid toegepast. Er is nl. tal van bijzonder flora te zien en er staan ook volop solitaire jeneverbessen. Ik loop op een enigszins rul en breed zandpad. Ik zie een aantal reeën wegspringen. Op deze manier krijg ik al hardlopend een behoorlijk stuk van het park te zien.

Teruggekomen wil ik me, na een verfrissende douche, tegoed doen aan al het lekkers in het restaurant. Helaas blijkt dit gesloten. Gelukkig tref ik de tuinman die net naar huis wil gaan. Hij verkoopt me een flesje fanta en cola. Dat ik mijn avondeten. Daar ga ik het mee doen.

(*) ik ben in training voor de halve marathon van Zwolle, op 12 juni 2010. Voor mezelf houd ik een logboek bij.
HL-logboek
60 minuten, DL 1, rulle zandpaden, laatste 10 minuten zwaar, 30 graden

Maandag 26 april 2010

Vanaf 8.00 uur, des 's ochtends, ben ik op pad.
Aanvankelijk lijk ik mijn ontbijt over te doen. De weg is namelijk een gatenkaas. Het is flink opletten geblazen om niet in de gaten te geraken. Alleen door met militaire precieszie tussen de flinke gaten heen en weer te slingeren lukt het me om de fiets voorwaarts te bewegen. Gelukkig wordt na verloop van tijd de kwaliteit van het wegdek beter.

Het schakelen is op zo'n eerste dag nog flink wennen. Ik vergis me regelmatig. Wanneer ik kleiner wil schakelen, schakel ik zwaarder en vice versa. Dat moet beter kunnen. Daarom bedenk ik het volgende ezelbruggetje: Duindigt. Wanneer ik de n in een m verander, de d in een l en de g in ch, dan heb ik duimlicht. Met de duim schakel ik licht. Nu geldt dat alleen voor het achterblad (lees: rechterhand). Voor het voorblad geldt precies het omgekeerde. Daar moet ik nog iets op verzinnen.

Voor dat verzinnen heb ik overigens nog genoeg tijd. Tot Roemenie is het landschap zo vlak als de Flevopolder, en heeeft het verkeerd schakelen nog niet meteen desatreuze gevolgen.

Ik reis in een diagonale lijn door Hongarije. Zeg maar: van Den Helder naar Maastricht. Den Helder is dan Budapest en Maastricht is Guyla (bij de Roemeense grens). In werkelijkheid is de lijn iets diagonaalderder, de afstand iets groter en ben ik in niet in Nederland maar in Hongarije. Voor de rest is het precies hetzelfde.

Ter hoogte van de afslag naar het veer van Terczi leg ik aan voor het kopje tea. Het wordt een flesje perensap. Het is me al vaker opgevallen dat thee lang niet altijd voorradig is. Bier wel.

In het restaurant is een meisje druk doende om de zaak wat te verfraaien. Ze plaatst drie plastic bloemetjes tezamen met drie wilgentakjes (wel echt!) in een bierglas. Echt fraai is niet niet. Maar misschien zie ik helemaal verkeerd want terwijl ze het bierglas met de bloemen op de tafeltjes plaatst lijkt zij wel erg in haar nopjes met het eindresultaat.
Mij lijkt het mij dat ze bezig is met de voorbereidingen op een cursus bloemschikken voor beginners. Of, misschien is ze halverwege, of staat ze op het punt van beginnen. Misschien heeft ze zich net ingeschreven en moet ze nog beginnen. Of overweegt ze zich in te schrijven........

Het kan natuurlijk ook zijn dat ze Koningin bloemschikken van het dorp is en alle inwoners van het dorp naar haar toe komen voor het inwinnen van advies: een autoriteit op het gebied van bloemschikken.
Ik meen dat de door mij te volgen route, naast het routeboek, ook middels bebording is aangegeven. En dat komt me duur te staan.
Waar mijn routeboek linksaf aangeeft, ga ik rechts, de bebording volgend. Een 10 kilometer lang kuilpad langs de Donau is weliswaar prachtig maar niet waar het routeboek aangeeft en dus ga ik niet goed. Hoewel dat ook maar zeer betrekkelijk is. Het pad is mooi en de Donau doet vandaag niet anders dan mij aan de rechterzijde volgen.
De routeborden die ik meende te moeten volgen zijn van het Donaupad: het lange afstandfietspad langs de Donau. Het volgt deels mijn (Limes)route. Maar dus niet helemaal.


God straft fouten meteen af. God verschijnt vandaag in de gedaante van een hond. Een kleine motherfucker. Dat eerste is zondermeer waar en dat tweede kan ook zomaar waar zijn.

Hoe de kleine opdonder het klaar speelt weet ik niet maar uit het niets doemt hij op en met een (1) beet heeft hij mijn fietstas opgetrokken. En hij houdt een tijdje vast. Het kreng heeft mijn fietstas inmiddels losgelaten en doet nu een poging om de ritssluiting in mijn rechterkuit te vinden. Ik trek mijn benen op. Hij springt maar haalt mijn kuit gelukkig net niet. Ik doe een extra trap om meer vaart te maken en til daarna beide benen wederom hoog op. Mijn fiets rolt uit en ik ben bang dat ik mijn benen weer moeten laten zakken. Ik laat iets horen van een harde hellup en dit allarmeert zijn baas. Die roept hem precies op tijd tot de orde.

Ik rijd met een slakkengangetje, de vele kuilen maar moeizaam ontwijkend, en volg de rivier.
Gelukkig weet ik snel mijn route weer op te pakken. In Szalkszentmarton eet ik een uiensoep. Daarna fiets ik nog 7 kilometer verder en besluit, vermoeid en wel, mijn tent op te slaan.
Ik fiets daarvoor 500 meter van de doorgaande weg af en sla dan een breed en bijzonder slecht toegankelijk (modderig) zandpad in. Loop nog 300 meter de bosjes in en vind daar een prima tentplek tussen populieren.




Wie me hier wil komen halen zal er wat voor over moeten hebben.

Het wordt mijn eerste wilde overnachting!

woensdag 28 april 2010

Zondag, 25 april 2010

Joo Napot!

Ik ben op weg! Om precies te zijn van Vesces, waar ik de nacht heb doorgebracht, naar Szigethalom. Maar als ik Tjhutskelamomnavo had gezegd, had het ook zomaar waar kunnen zijn.
Ik ben op weg naar het startpunt van mijn reis: de limesroute. Het volgt de Noordgrens van het oude Romeinse Rijk. Die grens loopt eigenlijk van Katwijk (Holland) naar de Zwarte Zee (Roemenie). Echter ik begin in Budapest (dat vind ik voorlopig ambitieus genoeg) en hoop over vijf weken te eindigen in de Zwarte Zee. D.w.z. ik ben wel voornemens vlak voor de Zwarte Zee in de remmen te knijpen.

















Gisteravond ben ik in Budapest aangekomen en heb mijn fiets gemonteerd. Om het vliegtuigverzendklaar te maken moeten alle uitstekende delen worden gedemonteerd en moet de fiets geheel en al verpakt worden.

Die verpakking moet er dus ook weer af en de losse onderdelen gemonteerd. Voorwaar nog een een klus. Het is dan ook schemerdonker voordat ik op pad kan. Gelukkig vond ik na wat rondvragen een hotel.

Zo'n eerste dag is wennen aan alles. De tassen moeten evenwichtig aan de fiets hangen, wennen aan het verkeer, de geuren, de taal, de gewoonten, de gaten in de wegen. Kortom, de reis is begonnen!

Ik probeeer aan de hand van een niet al te gedetailleerde kaart naar het beginpunt van de route te fietsen. Het beginpunt blijkt behoorlijk uit de buurt te liggen. Dat gaat een dagje fietsen worden. Maar goed, ik ben er nu toch.....

Het weer is goed, de zon schijnt, het is warm en na twee uren fietsen zie ik in de verte een dame staan. Dichterbij gekomen blijkt het een dame te zijn met 'andere' bedoelingen. Ze loopt heen en weer te paraderen, met op de achtergrond een vuilstortplaats. Een verdrietigmakend scène, dat is het.

Verder is het een bijzondere dag voor de Hongaren en niet alleen vanwege het feit dat ik er vanaf vandaag een tijdje rondfiets. Naast dit belangrijke feit is het de tweede ronde van de parlementsverkiezingen. Vandaag mag er worden gestemd. Overal zijn de stemgebouwen geopend. Naar het schijnt de partij Jobbik hoge ogen te gaan gooien. Het is een partij met Wildersche ideeën. Ik hoop maar dat de Hongaren met hun hart gaan stemmen.

Ik overweeg met de eerder genoemde dame de politieke stand van zaken door te nemen, echter volgens mij heeft ze andere zaken aan het hoofd. Want ik zie een auto stoppen, en zij stapt in.

Mijn kilometerteller doe niet waarvoor ik 'm heb inghuurd en dat houdt met behoorlijk bezig. Niet in het minst omdat mijn routeboek (de komende dagen) de afslagen in kilometers zal gaan aangeven. Ik klooi de hele dag maar kan het euvel vooralsnog niet verhelpen.

Om 15.00 uur vind ik het beginpunt van de route en een motel. Ik installeer me en maak me op voor de dag van morgen. Dan gaat het echt beginnen.

HL-logboek
50 minuten, DL 1, Szigethalom <> Halasztelek, smal pad, langs drukke weg, incl oefeningen, zeer warm